The classicists in Leiden have their own quarterly magazine: Frons. Their Summer special on metamorphoses includes an article about Monsters that I wrote. I blogged an English variant of the same article recently on Angels and Apes, an often-more-than-weekly-blog, maintained by Megen de Bruin-Molé, a PhD researcher at Cardiff University.
The article in Frons is entitled ‘Over monsters en mensen’ and discusses what monsters can teach us about early Christians. It starts like this:
Monsters zijn hot. Televisiekanalen zenden meer en meer monsterseries uit: Penny Dreadful, The Walking Dead, True Blood en The Vampire Diaries zijn ongekend populair. Monsters zijn niet meer verbannen tot horror lms en je komt ze steeds vaker in grote blockbusters tegen. Zelfs klassieke boeken worden herschreven om monsters toe te voegen aan eeuwenoude teksten en ondertussen verschijnen ook deze als lms: Pride and Prejudice and Zombies. Ook in de academische wereld zijn monsters niet meer weg te denken. De eerste verkennende stappen om monsters op de wetenschappelijke agenda te krijgen werden al in de jaren negentig van de vorige eeuw genomen. Eerst onder de naam Monster Theory en in de afgelopen jaren als Monster Studies. Ondertussen geven gerenommeerde uitgevers als Ashgate inleidende teksten uit, geredigeerd door een tweede generatie monsteracademici. In Europa zijn honderden daarvan verenigd in The Monster Network. Eerder dit jaar vond de eerste Europese monsterconferentie in Stavanger plaats, waarschijnlijk de eerste van vele. Rond het thema The Promises of Monsters kwamen meer dan vijftig academici bijeen.
